top of page

KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN

Het welzijn en de veiligheid van kinderen zijn van het grootste belang. Helaas zijn er situaties waarin kinderen niet de zorg en bescherming krijgen die ze nodig hebben. In dergelijke gevallen kunnen kinderbeschermende maatregelen noodzakelijk zijn om de rechten en het welzijn van het kind te waarborgen. Dit zijn vaak gevoelige situaties, waarbij in het belang van de kinderen moet worden gekeken wat voor hen het beste is.

Wat zijn kinderbeschermingsmaatregelen?

Kinderbeschermende maatregelen zijn interventies die worden ingezet wanneer de veiligheid, gezondheid of ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd. Deze maatregelen kunnen verschillende vormen aannemen, waaronder:

  • De meest bekende en meest voorkomende kinderbeschermingsmaatregel is de ondertoezichtstelling (OTS). Door de rechtbank wordt er een gezinsvoogd aangesteld. Deze kijkt met de ouders mee in de opvoeding van een kind en begeleidt ouders ook hierin. Als het nodig is kan de gezinsvoogd aanwijzingen geven die de ouders moeten opvolgen. Een andere mogelijke kinderbeschermingsmaatregel is de uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing gaat vaak hand in hand met een ondertoezichtstelling. Bij een uithuisplaatsing wordt een kind buiten het gezin van de ouders geplaatst. Uit de praktijk blijkt dat er vaak wordt gekeken naar een zogenaamde netwerkplaatsing. Dit houdt in dat de kinderen worden geplaatst bij bijvoorbeeld grootouders of andere familieleden. Wanneer een netwerkplaatsing niet mogelijk is, kan een kind worden geplaatst in een pleeggezin. Wanneer dit nodig is, kan een kind ook in een instelling worden geplaatst. Het uitgangspunt hierbij is dat dit zo kort mogelijk duurt.

  • Tot slot kan de rechter besluiten het gezag van een ouder of beide ouders beëindigen. Een gezagsbeëindigende maatregel is vergaand en wordt vaak als laatste middel ingezet. Wanneer ouders het gezag over hun kind verliezen, zal er een voogd worden aangesteld die de gezagsbeslissingen over het kind kan nemen. Veelal woont het kind ook niet mee bij de ouders, maar elders. Ouders moeten ook bij een gezagsbeëindigende maatregel zoveel mogelijk worden betrokken bij het kind, ook al hebben zij feitelijk geen mogelijkheid meer om beslissingen over het kind te nemen. Het recht op omgang van het kind met de ouders blijft (behoudens uitzonderingen) bestaan.

 

Wanneer wordt een kinderbeschermingsmaatregel ingezet?

Kinderbeschermende maatregelen worden alleen ingezet als er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en het welzijn van het kind. Enkele redenen kunnen zijn:

  • Wanneer een kind onvoldoende verzorging, voeding of onderdak krijgt.

  • Wanneer een kind (fysiek of emotioneel) wordt mishandeld.

  • Als er seksueel misbruik door een ouder of verzorger heeft plaatsgevonden.

  • Wanneer de capaciteiten van de ouder ernstig zijn aangetast door verslaving of psychische stoornissen.

  • Bij voortdurende ernstige conflicten tussen ouders die de ontwikkeling van het kind ernstig schaden.

Het instellen van kinderbeschermende maatregelen is een ingrijpend proces dat zorgvuldig wordt overwogen en uitgevoerd. De stappen omvatten meestal met een melding, bijvoorbeeld bij Veilig Thuis. Als de organisatie waar het bij wordt gemeld het nodig vindt, wordt een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming gemaakt. Dit leidt vervolgens vaak tot een onderzoek naar de situatie van het kind. Op basis van het onderzoek kan de kinderrechter besluiten tot het opleggen van een kinderbeschermende maatregel.

Bij AAN Advocaten zien wij hoe ingrijpend kinderbeschermende maatregelen zijn voor gezinnen die hiermee te maken krijgen. Goede bijstand is hierbij van onschatbare waarde. Wij helpen u met het naar voren brengen van uw perspectief en adviseren u over hoe de situatie het beste aangepakt kan worden. Bent u geconfronteerd met kinderbeschermende maatregelen en heeft u behoefte aan juridisch advies en ondersteuning? Bij AAN Advocaten staan wij klaar om u te helpen. Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

bottom of page